- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Onnatuurlijke selectie: alleen de beste planten
Het goed en vroeg kunnen inschatten van de kwaliteiten van een wietplant is een van de eigenschappen die goede zaadkwekers onderscheiden. Maar ook als je gewoon een paar planten uit een partij zaden of stekken wil opkweken komt de kunst van het selecteren goed van pas, waar kun je op letten om die juweeltjes er vroeg uit te pikken?
De meeste kwekers beginnen een cyclus met wat meer wietplanten dan ze uiteindelijk afbloeien, zeker degenen die uit reguliere zaden kweken en met ongewenste mannelijke planten te maken hebben. Een aanzienlijk percentage planten zal gaandeweg af moeten vallen en wanneer je een goed oog ontwikkeld om de blijvertjes te selecteren zul je ook je oogst aanzienlijk verbeteren.
Een van de eerste eigenschappen die je bij jonge wietplanten kunt onderscheiden is de geur. De geur is bij wietplanten niet alleen een genetisch overdraagbare eigenschap, maar ook een indicator van een uitbundige groei, potentie en gezondheid.
Sommige wietsoorten produceren veel en anderen juist weinig geur, dus gooi de geurloze jongedames niet meteen in de kliko. Maar over het algemeen geldt dat hoe eerder een plant haar heerlijke geur gaat produceren, hoe beter die plant meestal ook is, dus hoe klein je planten ook nog zijn, steek iedere dag even je neus tussen de bladeren en schrijf op welke het sterkst geuren. Dit zijn meestal degenen die later de mooiste moederplanten voor zaad of stekken blijken te zijn.
Naast geur is ook de groeisnelheid een goede indicatie van sterke genen. Hoewel groeisnelheid is ook sterk bepaald wordt door omgevingsfactoren, is een plant die onder gelijke omstandigheden sneller groeit dan haar broers of zussen ook vaak een grotere opbrenger. Om goed te kunnen zien welke planten het snelst groeien is het een uitstekend idee om de planten van dag tot dag op te meten en dat bij te houden in een logboek. Houd de kweekomstandigheden bij deze vergelijkingen altijd wel identiek.
Onthoud ook dat mannelijke wietplanten de neiging hebben om wat sneller te groeien en wat langer te worden dan hun zusjes. Dus wanneer je uit regulier zaad kweekt, kan een snellere groei ook betekenen dat je met een mannelijk exemplaar te maken hebt.
Wanneer je in een hydrosysteem zoals een bubble bucket, op aeroponics of een ander volledig mediumloos systeem kweekt kun je ook de wortelgroei goed in de gaten houden. Wortelgroei is namelijk nog een goede indicator van een top-exemplaar wietplant.
In feite is wortelgroei nog een betere indicator van een geweldige plant dan de bovengrondse groeisnelheid. Dit komt omdat de bovengrondse groei sterk beïnvloed wordt door de omstandigheden, en dan met name het licht. Sommige wietsoorten groeien bovengronds beter dan ondergronds, maar een gezonde en snelle wortelgroei die gepaard gaat met een mooie witte kleur is een uitstekende indicator van de gezondheid en groeikracht van een individuele plant. Hoe groter en gezonder het wortelsysteem is, hoe beter de plant zal produceren.
Stress bestendige planten zijn ook meestal beter dan planten die snel last krijgen van hun omstandigheden zoals voedings-, licht- en luchtkwaliteit. Let goed op wanneer planten tekens van stress laten zien zoals vergelende bladeren of verbrandde bladpuntjes of wanneer bladeren op of juist naar beneden krullen. Wanneer je alle planten hetzelfde behandelt en dus evenveel voeding en water geeft, kun je ervan uitgaan dat de exemplaren die je voedings- of licht-/luchtregime niet aankunnen, de zwakkere exemplaren zijn die je beter weg kunt doen.
Zoals ook de andere factoren dien je wel rekening te houden met de natuurlijke (genetische) weerbaarheid van sommige soorten. Sommige soorten kunnen van nature meer hebben dan anderen, vergelijk dus nooit twee verschillende wietrassen met elkaar.
De best producerende planten hebben mooie korte internodes (de afstand tussen de twee sets vertakkingen op een stam) en dikke stevige stammen. Hoe korter en dikker een internode is, hoe beter. Vergelijk uiteraard alleen planten van dezelfde soort of kloontjes van dezelfde moederplant met elkaar.
(advertentie)