- Droog je wiet tot perfectie met de 16/60 methode
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
‘t Modmeisje blaft wel, maar bijt niet
Een hondenleven heeft ’t Modmeisje. Zeker nu ze de deur niet meer uit durft uit angst voor al die kuitenbijters op straat. Gelukkig komt er hulp uit onverwachte hoek: een Mexicaan van twee turfjes hoog en zijn pitbull.
Mens noch dier
Als ik ze op straat zie lopen, ga ik snel een blokje om. Zelfs als ze nauwelijks boven de stoeprand uitkomen. Nee, honden zijn niet mijn ding. Sterker, ik ben bang voor ze. Dat geblaf, die kleine glimmende tandjes, die bloeddoorlopen ogen. Brrr. Mijn afkeer voor honden komt deels voort uit het feit dat ik als kind eens door een valse herdershond achterna gezeten ben. Daarnaast vertrouw ik niemand, mens noch dier, die blindelings en devoot zijn baas volgt. Waar dat toe leidt hebben we kunnen zien tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Wat dan ook niet bepaald helpt bij mijn hondenangst, zijn de baasjes van de harige harries. Waarom zijn het altijd van die PVV-gasten met die van woede doortrokken koppen die met zo’n flinke zwarte joekel lopen? Waarom hebben van die luidruchtige parkjunks altijd een herdershond bij zich? En waarom plopt er bij elke modemuts die voorbijloopt een chiwaawaaaa uit de handtas? Wie zegt dat dit soort lui het beste met de wereld, hun hond en vooral met mij voorhebben? In elk geval kan iedere gek een hond nemen, net zoals iedere idioot ongestoord kinderen kan baren zonder daar een examen voor af te leggen.
Gekken en idioten
Over gekken en idioten gesproken. Mijn hondenangst heeft mij inmiddels al een behoorlijke reputatie als dorpsgek bezorgd. Zo moest ik al een keer door de brandweer bevrijd worden uit een boom. Hier was ik ingeklommen nadat een terriër mij the evil eye had gegeven. Eerder die week hadden ze me ook al uit de gracht moeten vissen. Ook heb ik eens een week opgesloten gezeten op de toilet van een vriendje. De avond die ik met hem doorbracht was weliswaar veelbelovend, totdat ik tijdens het zoenen op de bank ineens iets voelde snuffelen aan mijn kuit. Ik schrok zo dat ik me opsloot achter de eerste deur die ik kon vinden. Waarop ik dus een week lang uit de wc heb moeten drinken.
Wat ik vooral fascinerend vind, is dat ik merk dat mijn mening over honden aan het veranderen is dankzij The Dog Whisperer
Omdat angst en fascinatie hand in hand kunnen gaan, en ik de deur toch niet meer uit durf met al die honden op straat, ben ik sinds kort echter verslaafd aan het tv-programma The dog Whisperer. De fluisteraar is in dit geval een Mexicaan van twee turfjes hoog met de klinkende naam Cesar Millan. Met zijn beste maatje, pitbull Daddy, gaat hij op bezoek bij honden met gedragsproblemen (lees: agressieve, dominante, zenuwachtige of bange honden). Vaak blijken deze gedragsproblemen echter te herleiden naar de baasjes en de (negatieve) energie die van hen uitgaat. Wat Cesar hen vooral leert, is rust uit te stralen. Calm and assertive energy noemt hij dat.
Lief snuitje, mooie oogjes
Fascinerend vind ik het programma, want keer op keer veranderen de honden dankzij Cesar in spinnende poesjes en boren de baasjes een heel nieuw vaatje zelfvertrouwen aan. Maar wat ik vooral fascinerend vind, is dat ik merk dat mijn mening over honden aan het veranderen is. Ineens zie ik dat ze best een lief snuitje en mooie oogjes kunnen hebben. En ook mensen, vooral baasjes, bekijk ik nu met andere ogen. Blaffende honden bijten niet, zeggen ze, maar dat geldt eigenlijk net zo goed voor de baasjes. Dus misschien dat ik binnenkort toch maar weer naar buiten ga, wellicht het park in en wie weet zelfs met dat vriendje en zijn kuitenbijtertje.
(advertentie)