(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

’t Modmeisje probeert zich staande te houden in de microkosmos van een treinhalletje. Best lastig met al die treinrukkers, wc-plakkers, zwartreizigers en muffe sardientjes die voorbij komen. Maar uitstappen en al dat moois missen? Daar begint ze niet aan.

In het treinhalletje

Ik wil niet zeggen dat ik een fervent treinreiziger ben, maar ik stap regelmatig in een boemel om van A naar B te komen. Terwijl de stroom mensen die zich naar binnen wurmt vaak direct doorloopt naar de zitplekken om daar praktisch bij elkaar op schoot te kruipen, rem ik even af. Om dan vervolgens de hal van de trein voor mezelf te claimen. Daar heb ik lekker veel ruimte en voel ik niet de dikke bovenbeen van mijn buurman tegen mijn bevallige beentjes aan schurken. Dé ideale plek voor een loner comme moi. Er schuilt echter één gevaar in de hal: andere mensen.

mod-1Want hoewel je met een beetje mazzel lekker veel tijd alleen zit, zijn er toch altijd een paar andere onverlaten die mijn rust komen verstoren. En omdat het openbaar vervoer heet, moet ik dat nu eenmaal accepteren. Ik probeer er dan vaak maar een positieve draai aan te geven door er vanaf mijn zitplek een maatschappelijke studie van te maken. Want zo’n treinhal heeft veel weg van een microkosmos. Het geeft een prachtig inkijkje in doorsnee Nederland.

Wiet roken op de wc

Zo heb je figuren die het toilet induiken om er pas haltes later weer uit te komen. De reden daarvan kun je pas achterhalen als ze de wc verlaten. Soms zit er een (behoorlijk) luchtje aan. Wat overigens niet altijd slecht hoeft te zijn, zeker niet als de wc-plakker een geurspoor van wiet achterlaat. Vaak ook komen er zwartreizigers uit het stinkhok. Al hun smoesjes ten spijt, worden deze bijna allemaal de trein uitgegooid door de conducteur die ze toepasselijk naroept: ‘Ben je nou helemaal van de pot gerukt!’ Waar ik het meeste van geniet: als er een meisje met een hoofddoek de wc ingaat om daar een kwartier later als een donkerharige babe op hakjes en met een strak truitje weer uit te komen.

Ook kom ik nog weleens de gebruikelijke treinrukker tegen. Daar vraag ik natuurlijk zelf om, want je moet als vrouw ook niet alleen in een halletje gaan zitten. Laatst was het weer raak. Er hing een gozer wat onrustig rond in de hal waar ik zat. Keurige schoentjes, brilletje en in pak. Ik besloot hem dus maar te negeren en mijn boek te lezen. Maar op een gegeven moment vond ik dat ie wel heel irritant dichtbij me stond. Dus ik opkijken. Staat hij daar zijn best te doen om zichzelf een hoogtepunt te bezorgen, met zijn slang op mijn gezicht gericht.

Omdat ik daarmee de betovering voor hem verbrak, duwde hij zijn ding snel in zijn nette broek en stamelde: ‘Sorry’

Het leek me dan ook het beste om voortijdig in te grijpen. ‘Jongen, wat is jouw probleem?’ Vroeg ik begripvol, terwijl ik gelijker tijd zijn piemel angstvallig in de gaten hield. Omdat ik daarmee de betovering voor hem verbrak, duwde hij zijn ding snel in zijn nette broek en stamelde: ‘Sorry.’ Dat was echter geen antwoord op mijn vraag. Dat ging ik ook niet krijgen, want hij ging er als een geile haas vandoor. ‘Je moet gewoon een vriendin zoeken!’ Riep ik hem nog na. Wat ik je brom, in zo’n treinhal komt van alles voorbij, zelfs relatieadvies.

mod-2Maar dit rukverhaal valt allemaal in het niet bij wat er gebeurt als er vertraging of uitval van treinen is. Mijn vertrouwde lege halletje is dan gevuld als een blik muf ruikende sardientjes. Mensen die zich Löffel an Löffel in het halletje proppen. Louis van Gaal zou het heerlijk vinden, zo ook een aantal andere reizigers. Die vinden al die drukte zo gezellig dat ze koekjes gaan uitdelen. Daartegenover staan de mensen die trillend en hyperventilerend de reis proberen te overleven. Ik ben er daar een van.

Kneuterig en ranzig

Terwijl wij binnen ‘knus’ tegen elkaar aan staan, laat de buitenwereld zich ook niet onbetuigd. Vaak zijn er op stations NOS-verslaggevers die lopend én pratend tegelijk verslag doen van de treinproblemen, alsof dat nog nieuws is. En ze nemen daarbij gestrande reizigers diepte interviews af. ‘Hoe voel je je?’ ‘Eh, kut.’ Ja, door de trein te pakken, leer je de Nederlandse samenleving eigenlijk pas echt goed kennen. We zijn niet in staat om problemen echt goed aan te pakken, we zijn kneuterig en af en toe behoorlijk ranzig. Daarom blijf ik, ondanks alle ellende die me in het halletje kan overkomen, voorlopig toch nog maar even met de trein reizen.

(advertentie)