(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

De legalisatiegolf in de wereld, en de verschuiving in de publieke opinie over cannabis is zeker en vast een voorbode voor een beter cannabisklimaat. Voor wie droomt van een carrière in deze tolerantere wietwereld als zaadproducent, zijn hier de nodige breeding tips. Zien we jou terug op een cannabis cup podium?

Gewoon een paar wietzaden produceren voor eigen gebruik is eigenlijk heel gemakkelijk. Wie een wietplant kan kweken kan het. Het is slechts een kwestie van een aantal reguliere (niet-gefeminiseerde) wietplanten kweken en er de beste mannelijke en de beste vrouwelijke exemplaren uitpikken en apart van elkaar zetten. Vervolgens verzamel je stuifmeel dat je met een kwastje aanbrengt op de vrouwelijke planten. Je brengt een label aan op iedere bevruchtte top, zodat je later nog weet welke top welke kruising is. Na het afbloeien, waarbij je niet te vroeg moet oogsten zodat de zaden goed rijp kunnen worden, kun je de zaden oogsten en heb je je eigen nieuwe zaden gemaakt.

Gewoon een paar wietzaden produceren voor eigen gebruik is eigenlijk heel gemakkelijk. Wie een wietplant kan kweken kan het

bevruchte topHoe vaker je dit proces herhaalt, dus de nieuwe zaden weer opkweken, de beste planten selecteren et cetera, hoe beter de zaden zullen worden. Simpel.

Echter…

Dat maakt je nog geen echte zaadproducent, en zeker niet een die cannabis cups in de wacht sleept. De beste breeders ter wereld volgen zonder uitzondering allemaal een zelf ontwikkeld kweekprogramma dat veel gecompliceerder is dat de hierboven geschetste methode. Als je werkelijk geweldige nieuwe stabiele wietsoorten wil ontwikkelen, dan kom je er niet door simpelweg wat planten te selecteren.

Naast de eigenschappen die je voor ogen hebt zoals een bepaalde smaak, of een mooie topstructuur, THC gehalte en ga zo maar door, wil je als betrouwbare zaadproducent ook dat de zaden voorspelbaar zijn. Voorspelbaar en stabiel zaad waar je op kunt rekenen en waar keer op keer dezelfde planten uitgroeien met min of meer dezelfde eigenschappen. Eigenschappen die jij als zaadproducent voor ogen hebt gehad en waar je bewust op hebt geselecteerd.

Stel je voor dat je start met een aantal zaden van een speciale soort die je lekker vindt, laten we zeggen een smakelijke Silver Haze. Je kweekt ze op en kruist de mooiste mannen met de beste vrouwen, dan zullen de zaden die dat oplevert niet allemaal gelijk zijn aan de Silver Haze die je bij Sensi Seeds kocht. Dat zou het kopiëren van een soort ook wel heel gemakkelijk, en het werk van de originele breeder trouwens ook behoorlijk ondankbaar maken.

Genetische ongewenste eigenschappen komen in de nieuwe zaden naar boven waardoor de nieuwe lichting zaden een keur aan verschillende planten zullen opleveren

Genetische ongewenste eigenschappen komen in de nieuwe zaden naar boven waardoor de nieuwe lichting zaden een keur aan verschillende nieuwe planten zullen opleveren. Wellicht zit er wel 1 of meerdere planten tussen die helemaal geweldig zijn, maar om die planten keer op keer uit zaad te kunnen kweken, zul je moeten terugkruisen.

Terugkruisen

Door terug te kruisen kun je de gewenste eigenschappen van dat ene speciale exemplaar in de volgende generatie versterken en uiteindelijk stabiliseren en vangen in al je zaden. Maar dat proces gaat niet over een nacht ijs zoals dat heet. Je hebt er veel tijd en kweekruimte voor nodig. Hoe vaker je terugkruist, en hoe meer zaden (planten dus) je daarbij kweekt, des te sneller je goede resultaten zult boeken. Zaadproducenten die rustig op grote schaal kunnen kweken, zoals in sommige Amerikaanse staten tegenwoordig het geval is, hebben daarom een voorsprong op diegenen die dat niet kunnen. Dit is de reden dat de eerste Nederlandse zadenbedrijven jarenlang de beste genetica ter wereld konden maken.

kloontjes

Als we in het voorbeeld van de Silver Haze, zouden willen terugkruisen met het doel om de originele Silver Haze eigenschappen terug te kweken, dan zouden we de nieuwe zaden opkweken maar ook de originele zaden. De mannelijke en vrouwelijke planten met de juiste eigenschappen uit de twee groepen zouden we met elkaar bestuiven, met als doel om een nieuwe generatie te krijgen met meer ‘gewenste’ fenotypen of exemplaren. Fenotypen zijn simpelweg alle tot uiting gekomen eigenschappen, ongewenste eigenschappen kunnen echter genetisch nog wel aanwezig zijn. Iedere plant is een fenotype, en planten met dezelfde tot uiting gekomen eigenschappen, zijn dus van hetzelfde fenotype.

Om commerciële zaden te maken die zo stabiel zijn, dat je er altijd op kunt rekenen dat ze allemaal dezelfde fenotypen voortbrengen, zul je keer op keer moeten terugkruisen. Met iedere generatie wordt het zaad een beetje stabieler en zul je minder ongewenste fenotypen aantreffen.

Om commerciële zaden te maken die zo stabiel zijn, dat je er altijd op kunt rekenen dat ze allemaal dezelfde fenotypen voortbrengen, zul je keer op keer moeten terugkruisen

revegged moederOver, overgroot moederplant

Je kunt terugkruisen met het originele zaad, maar omdat stabiel zaad weliswaar dezelfde fenotypes, maar niet dezelfde genotypes (alle verborgen eigenschappen die in de genen aanwezig zijn) oplevert, kiezen zaadproducenten er vaak liever voor om terug te kruisen met een en dezelfde moederplant die ze keer op keer gebruiken.

Het houden van zo’n moederplant is wel een stuk moeilijker dan het houden van een moederplant voor stekken. Je moet deze moederplant namelijk voor elke generatie opnieuw laten bloeien, bevruchten, oogsten en opnieuw in de groeifase laten komen voor de volgende generatie zaden. Als alternatief kun je ook steeds nieuwe stekken van een moederplant gebruiken om mee terug te kruisen. De originele plant hoeft dan alleen maar te blijven leven zonder ooit tot bloei te komen.

Selectie

Een ander belangrijk aspect aan het kweken van stabiel zaad, is dat je leert om goed te selecteren. Kies iedere keer die mannelijke en vrouwelijke planten die het best aan je eisen voldoen. Sommige van die eisen maken het leven van een zaadproducent nog wat lastiger, aangezien je ze pas na de oogst kunt opmerken. Zaken zoals de smaak bij het roken en het effect, weet je pas nadat de oogst binnen is en de toppen in je joint zitten. Je moet dan dus achteraf bepalen welke zaden je gebruikt om verder mee te werken en maakt een hoop zaden die je helemaal niet kunt gebruiken. Het is daarom heel belangrijk dat je iedere kruising labelt zodat je later nog weet om welke planten het ging.

Gelukkig levert iedere bevruchte top je meer dan genoeg zaden op om verder mee te kunnen kruisen. Honderden zaden kunnen soms wel van een enkele tak geoogst worden. En misschien zijn de overige zaden niet geschikt om verder mee te kruisen, er zullen zeker mooie planten uit voortkomen waar anderen wellicht graag mee aan de slag gaan, zeker wanneer je startte met goede genetica.

(advertentie)