Topstories

(advertentie)

Nog een even en dan kunnen de eerste wietplantjes naar buiten. En aangezien we vooralsnog gewoon nog steeds vijf gedoogde wietplanten mogen kweken ongeacht het formaat, kunnen we daar niet vroeg genoeg mee beginnen. Zo begin je een gezond wiettuintje (met vijf joekels van planten!).

Na ijsheiligen (halverwege mei) is de kans op nachtvorst verkeken en kunnen wietplanten veilig naar buiten. Een week of twee voordat het zover is kun je al beginnen met het ontkiemen van wietzaden achter het raam. Maar voordat je überhaupt iets kunt zaaien, moet je wel eerst iets te zaaien hebben.

Wietzaad kopen

Verreweg de meeste buitenwietkwekers starten hun planten uit zaad. Wietzaad is makkelijk verkrijgbaar, alleen moet je wel even opletten dat je wietzaden kiest die goed geschikt zijn voor een zomer in de lage landen.

Belangrijk is dat je een soort kiest die snel in bloei gaat en niet te lang nodig heeft om oogstrijp te worden, een korte bloeifase dus. Autoflower wietsoorten zijn goed geschikt, want deze beginnen al heel vroeg in het seizoen aan hun bloeiperiode en kunnen daardoor al in juli klaar zijn voor de oogst.

Wanneer je niet voor zo’n autoflower wietsoort gaat, dan moet je ook letten op de schimmelbestendigheid. Het najaar brengt in de lage landen namelijk veel vocht mee, en dat werkt schimmels in de hand. Let er ook op dat je gefeminiseerde zaden koopt, anders kweek je ook mannelijke planten, en daar groeien helaas geen toppen aan.

Ontkiemen

Ontkiemen is makkelijk, en kan op veel verschillende manieren. Zolang je zaadje maar vochtig is en het niet te koud is zal het gemakkelijk uitkomen. De gripzakjes methode is volledig fool proof: Stop je zaden tussen een nat koffiefilter of dubbelgevouwen en natgemaakt (even onder de kraan en zacht uitknijpen) vel keukenpapier en stop dat in een plastic gripzakje. Hang het zakje met daarin de zaden in het keukenpapier op aan een plakbandje aan de binnenkant van een kast. Na twee dagen kun je voorzichtig kijken of er al een zaadje ontkiemd is. Kijk elke dag even en plant de uitgekomen zaden zo snel mogelijk in een klein potje met aarde. Voorzichtig en met het witte worteltje naar beneden!

Verpotten

Zet het potje vervolgens op een lekkere zonnige en warme plaats zoals de vensterbank, hou de grond vochtig maar overdrijf het niet met water. Voedingsstoffen zijn nog overbodig. Na een week of twee heeft het jonge plantje als het goed gegaan is al twee setjes met gekartelde bladeren, en kun je haar verpotten en buiten zetten. Verpotten gaat makkelijker als de kluit een beetje droog is, dus geef even een dag of twee geen water voor het verpotten. Door de pot om te draaien met je ene hand kun je haar voorzichtig op je andere hand laten glijden. Als de kluit moeilijk loslaat, helpt het om een beetje in het potje te knijpen.

Wil je echt joekels van planten kweken, dan kun je de planten het beste direct in de volle grond zetten. Dit is ook verreweg het gemakkelijkst want dan hoef je je nauwelijks over je planten te bekommeren. Water en voeding heeft ze genoeg in de volle grond, de natuur doet het meeste werk. Helaas heeft niet iedereen een tuin, in dat geval kies je voor een gezellige pot. Uiteraard dienen er gaten voor afwatering onderin de pot te zitten. Hoe groter je pot, hoe groter de plant kan worden en hoe makkelijker het water en voeding geven wordt. Een pot van een liter of 12 is een mooi maatje waarin je plant zo’n meter hoog zal kunnen worden.

Voeden en bewateren

Met een goede potgrond en een grote maat pot, hoef je voorlopig nog niet veel bij te voeden maar kun je volstaan met water geven. Kraanwater is prima, je kweekt buiten en op aarde dus maak je niet al te druk over pH waardes en zo. Belangrijker is dat je je plant de juiste hoeveelheid water geeft. Te veel of te weinig is funest. Geef ongeveer water voor twee dagen en laat de bovenlaag tussendoor steeds uitdrogen. Als het zwaar regent kun je je wietplant onder een afdak zetten of de pot afdekken met een stuk plastic om te voorkomen dat de aarde te nat wordt.

Qua voeding heeft je wietplant in de groeifase behoefte aan een stikstofrijke voeding, in de bloeifase heeft ze meer behoefte aan fosfor en kalium. Gelukkig zijn er diverse kant en klare meststoffen te koop voor de groei en de bloeifase, daarin zit alles in de juiste verhoudingen. Kies bij voorkeur voor een biologische voeding en begin pas met voeden wanneer je merkt dat je plant lichter van kleur begint te worden. Wietplanten in de volle grond hoeven zelden bijgemest te worden.

Succes deze zomer!

[Openingsfoto: bondgrunge, Shutterstock.com]

(advertentie)