Topstories

(advertentie)

Op CNNBS dagelijks veel aandacht voor diverse kweektechnieken en meer dan genoeg uitleg over wat je allemaal met wietplanten kunt doen om de opbrengst te verhogen. Maar er zijn ook dingen die je juist niet met wietplanten moet doen. En dat is makkelijk, want daarvoor hoef je dus… ja, niets te doen.

Wie weet hoe je wietplanten moet behandelen is al halverwege een uitstekende oogst. Wie echter ook weet wat je juist moet laten is misschien nog wel verder. Soms kan handelen namelijk meer kwaad dan goed doen, en is een beetje passiviteit gewenst. Draai er dus maar een en relax.

Verwennen

Hoewel het soms wel zo voelt zijn wietplanten geen huisdieren die je met eten kunt verwennen. Wietkwekers zijn soms veel te veel met hun planten bezig en hebben de behoefte ze te willen verwennen. Beetje extra water hier, wat meststoffen daar, een boostertje erbij, wat wortelstimulator en dan twee minuten later nog eens kijken wat er nog meer bij kan. Stop! Doe dat niet. Verwen je wietplanten door wat geduld op te brengen, laat ze in alle rust hun water drinken en geef pas voeding als ze daar behoefte aan hebben. Wil je ze toch per se verwennen, verwen ze dan met meer licht want daar kunnen ze bijna niet genoeg van krijgen.

’s Nachts storen tijdens het bloeien

Net als jij heeft een wietplant ook een biologische klok. In de natuur wordt die klok op gang gehouden door het opgaan en het ondergaan van de zon. Worden de dagen korter en de nachten langer dan gaan wietplanten over tot de bloei. Binnen stuurt een schakelklok de biologische klok van wietplanten aan. Om te bloeien hebben ze een dagelijkse donkere periode van meer dan 10 uur nodig. Kwekers houden daarom meestal een dag- en nachtlengte van 12 uur licht en 12 uur donker aan. Stoor je ze in hun ‘slaap’ dan verstoor je dus ook de bloei. Wietplanten kunnen daardoor stoppen met bloeien of helemaal niet tot bloei komen of erger: hermafrodiet worden of weer de groeifase ingaan. Laat ze dus maar lekker slapen ’s nachts en al helemaal in de bloeifase.

Zwak licht geven

Beginnende hobbykwekers zetten hun wietplanten soms in de vensterbank of onder een spaarlampje en vragen zich dan af waarom ze zo lang en dun worden. Nou, dat komt dus door een gebrek aan licht. Om binnen wietplanten te kweken heb je ongeveer minimaal 300 Watt aan kweeklicht per vierkante meter nodig. Een enkel spaarlampje is misschien net genoeg voor de eerste dagen als zaailing, maar daarna hebben wietplanten toch echt meer nodig. Geef je dat niet dan worden ze dun en lang tot ze uiteindelijk van ellende maar omvallen.

In de kou laten staan

Wietplanten komen in de natuur doorgaans voor in warmere landen dan Nederland en België, ze houden van een aangenaam klimaat. Binnen moet het daarom ook niet te koud worden voor ze; onder de 15 graden stagneert de groei. De planten verdampen geen vocht en drinken ook niet meer waardoor de aarde nat blijft en schimmels je verzwakte wietplant uiteindelijk makkelijk de doodsteek zullen geven. Een aangename temperatuur voor wietplanten is tussen de 21 en 27 graden, en laat de temperatuur ’s nachts ook niet teveel zakken.

Negeren

Hoewel je wietplanten niet teveel moet verwennen, houden ze er doorgaans ook niet van wanneer je ze te lang negeert. Maak er een gewoonte van om iedere dag minstens even naar je planten te kijken. Geef water of voeding als dat nodig is en kijk of de bladeren er nog een beetje mooi bijstaan. Praat desnoods even tegen ze maar negeer ze niet, anders mis vrijwel zeker belangrijke signalen waarmee je wietplanten aangeven wat ze nodig hebben.

[Openingsfoto: ROMSVETNIK, Shutterstock]

(advertentie)