(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)
gefeminiseerde wietzaadjes

Ongeveer zo’n 25 jaar geleden, wist nog bijna niemand van het bestaan ervan maar tegenwoordig gebruikt zo’n beetje elke thuiskweker ze: gefeminiseerde wietzaden. Handig, want uit gefeminiseerde wietzaadjes komen nagenoeg alleen vrouwelijke wietplanten. Er kleven echter ook nadelen aan de ‘vrouwelijke’ zaadjes en dat ligt vooral aan hoe ze gemaakt worden.

Alleen stekken

Je staat er misschien niet elke dag bij stil maar rond en voor de eeuwwisseling moesten de meeste hobbykwekers altijd twee keer zoveel wietzaadjes laten ontkiemen dan ze nodig hadden. Simpelweg omdat grofweg de helft van hun planten mannelijk waren. Om die reden kweekten de meeste kwekers hun wietplanten ook niet uit wietzaadjes maar uit stekken. Alleen door stekken te gebruiken was je namelijk verzekerd van vrouwelijke wietplanten.

Tegenwoordig zijn de meeste wietzaden echter gefeminiseerd, en weten de veel hobbykwekers niet eens meer hoe je een mannelijke van een vrouwelijke plant kunt onderscheiden. Logisch ook, want waarom zou je dat ook moeten weten als er uit je zaadjes toch alleen vrouwelijke wietplanten groeien? Maar wat zijn gefeminiseerde wietzaadjes eigenlijk? En hoe worden ze gemaakt?

Een vrouwelijke zaailing uit een gefeminiseerd wietzaadje.

Uit gefeminiseerde wietzaadjes komen 99 van de 100 keer vrouwelijke wietplanten.

Gefeminiseerde wietzaadjes

Mocht je het nog niet weten; alleen vrouwelijke wietplanten produceren rookbare toppen. Wiet dus. En om die reden moesten kwekers vóór de komst van gefeminiseerde wietzaadjes twee keer zoveel zaden laten ontkiemen dan ze nodig hadden. De kans dat uit een zaadje – tegenwoordig noemen we het een regulier zaadje – een vrouwelijke wietplant kwam, was namelijk ongeveer 50 procent.

De mannelijke planten moesten direct nadat ze hun mannelijke knoppen lieten zien, verwijderd worden. Wanneer mannelijke bloemknoppen zich namelijk openen, laten ze hun stuifmeel los en bestuiven ze alle vrouwelijke planten in dezelfde kweekruimte. Met slechte (minder potent en smaakvol) wiet vol zaadjes tot gevolg.

Gefeminiseerde wietzaadjes kun je gewoon online of anoniem in een winkel kopen. Zonder zaken te hoeven doen met een stekkenboer

Om toch van vrouwelijke wietplanten verzekerd te zijn, maakten of kochten kwekers in die tijd stekken om hun kweekruimtes mee te vullen. Stekken zijn namelijk identiek aan de plant waar ze van gemaakt worden, en dus gegarandeerd vrouwelijk zolang ze van een vrouwelijke wietplant komen.

Je begrijpt nu waarschijnlijk ook wel waarom gefeminiseerde wietzaadjes een enorme hit zijn onder thuistelers. Uit gefeminiseerde wietzaden komen alleen vrouwelijke wietplanten. Bovendien kun je gefeminiseerde wietzaadjes gewoon online of anoniem in een winkel kopen. Zonder zaken te hoeven doen met een stekkenboer, die misschien ook wel ongedierte bij zijn stekjes levert…

Hoe worden ‘fems’ gemaakt?

Net als bij mens en dier, bepalen de geslachtschromosomen bij wietplanten het geslacht. De vrouwelijke wietplant heeft twee X-geslachtschromosomen, en de mannelijke wietplant heeft een X- en een Y-chromosoom. Het stuifmeel van een mannelijke wietplant bepaalt daarom normaal gesproken het geslacht van het nieuw te vormen wietzaadje.

Geeft het stuifmeel een Y-chromosoom door, dan heeft het nieuwe zaadje dus een X- en een Y-chromosoom, en wordt het zaadje mannelijk. Geeft het stuifmeel echter zijn X-chromosoom door, dat heeft het nieuwe zaadje dus een X-chromosoom van zijn moeder, en krijgt het ook nog eens een X-chromosoom van zijn vader, en wordt het wietzaadje vrouwelijk.

Een zogenaamde reversed female: een vrouwelijke wietplant behandeld met hormonen, zodat ze mannelijke bloemen en stuifmeel met twee X-chromosomen produceert.

Bij het maken van gefeminiseerde wietzaadjes wordt een vrouwelijke wietplant met speciale hormonen hermafrodiet gemaakt. Deze vrouwelijke plant maakt dan mannelijke bloemen en stuifmeel aan. Dit stuifmeel wordt vervolgens gebruikt om gefeminiseerde wietzaadjes te produceren.

Omdat het stuifmeel van een vrouwelijke wietplant afkomstig is, heeft het alleen de vrouwelijke X-chromosomen. Aangezien de ‘moederplant’ ook alleen X-geslachtschromosomen heeft, heeft het nieuwe zaadje dus altijd twee X-chromosomen, en wordt het dus een vrouwelijke plant.

Verhoogde kans op hermafrodieten

Uit gefeminiseerde wietzaadjes komen 99 van de 100 keer de gewenste vrouwelijke wietplanten. Er is echter ook een verhoogd risico op hermafrodiete wietplanten. Dit gebeurt vaak als de gebruikte moederplanten niet zorgvuldig genoeg geselecteerd worden. Wanneer de zogenaamde reversed female, (dat is de behandelde moederplant die het stuifmeel levert) een verhoogde aanleg heeft om hermafrodiet te worden, en die aanleg aan het nageslacht doorgeeft, zullen er uit de nieuwe zaadjes ook vaker hermafrodiete planten groeien.

[Openingsfoto: Yarygin, Shutterstock]
(advertentie)