- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
- Buitenwiet test ’24 eindigt met een geweldig Oogstfeest!
- Willie Wietman snoeit zijn bijna bloeiende Sneeze planten
- Studie • IQ en cognitie niet beïnvloed door levenslang wiet roken
Week 11 en 12: Bio Bertje bestrijd trips met roofmijten
Helaas is ook de vurige genetica van Bio Bertje niet immuun voor ongedierte. Dat ontdekt hij als hij in week 12 de bladeren van zijn wietplanten nog eens goed onder de loep legt. De planten hebben last van trips; ongedierte dat de sappen uit de bladeren zuigt en wietplanten zo verzwakken. Bertje gaat de tripsen biologisch te lijf met roofmijten, lees maar mee.
Zoals je in mijn laatste verslag hebt gezien, zat de bloei twee weken geleden al goed in de wietplanten. In week 11 van de kweek vorderde de bloeifase ook voorspoedig onder de SANlight EVO4-120 LED’s. De planten – een selectie van een aantal ‘fire’ wietsoorten – produceren meer en meer buds.
De hoofd- en zijtakken vormen zo langzamerhand ook hele mooie ‘cola’s’. Dat betekent dat de toppen samenhangende clusters vormen, en samen uitgroeien tot grote toppen over de lengte van hele takken. Het ziet er geweldig mooi uit; ik heb er een video van gemaakt om je te laten zien wat ik bedoel.
Ik geef de wietplanten water met Bio-Nova voeding met een pH-waarde van 6,1. Ik meng het water met de voeding in een 100-liter Flexi-Tank waterreservoir dat bij de Autopotten hoort die ik gebruik. Hierdoor hoef ik de planten niet een voor een water te geven, maar krijgen ze dat automatisch uit het reservoir. Het is superhandig, en bespaart me een hoop tijd.
De meeste stampers of bloeiharen van mijn ‘fire genetics’ zijn nog steeds wit. Dat betekent dat de bloei nog steeds in volle gang is, en de planten nog niet zijn begonnen met rijpen. Dat is eigenlijk een goed teken, want het geeft aan dat de toppen eerst nog een tijdje zullen groeien. Als de witte stampers indrogen en bruin worden, dan weet je dat de plant aan het rijpen is en dat de oogst in zicht komt.
De vuistregel zegt, dat een wietplant rijp voor de oogst is als alle stampers bruin zijn en de plant geen nieuwe witte meer aanmaakt. Dit is echter maar een grove vuistregel en vertelt je niets over de echte staat van de trichomen op de plant, en dat is waar het werkelijk op aankomt. Aan de verkleuring van de kopjes op de trichomen kun je precies zien hoe rijp de plant werkelijk is, en wanneer je het beste kan oogsten. Daarover zal ik je meer vertellen in mijn volgende artikel.
Trips bestrijden met roofmijt
Net als alles voorspoedig lijkt te gaan, ontdek ik tot mijn schrik een paar witte sporen op de bladeren. Het zijn kleine puntjes of lijntjes, hier en daar in de vorm van een boog. Ze zitten op het bladoppervlak en het zijn de sporen van tripsen. Deze parasitaire insecten vreten het oppervlak van de bladeren aan, en laten daarbij deze typerende sporen achter.
De trips is verder gelukkig niet schadelijk, waarmee ik bedoel dat ze de planten niet zullen doden. Maar als er echter te veel tripsen zijn, dan hebben ze wel een negatieve invloed op de plant. Ze verminderen de effectiviteit van de bladeren, waardoor de fotosynthese minder goed verloopt en je later ook minder wiet zal kunnen oogsten. De kwaliteit lijdt er ook onder.
Je moet trips dus zeker niet negeren, en dat doe ik dan ook niet. Na de ontdekking heb ik daarom meteen natuurlijke vijanden van de trips bestelt bij Koppert. Dit bedrijf is gespecialiseerd in het kweken en versturen van verschillende roof-insecten die tegen vele soorten ongedierte ingezet kunnen worden. Ik zou ook gif kunnen sproeien tegen de tripsen maar dat wil ik niet. Principieel niet maar ik heb daarnaast ook al toppen en daar zou het gif dan ook op terecht komen.
Om dat te voorkomen zal ik de tripsen dus biologisch bestrijden, en wel met roofmijten van Koppert. Ik bestel de ‘Swirski-Mite Plus‘ en de ‘Thripex-Plus‘ roofmijten; beide zijn geschikt bij tripsen. De mijten worden geleverd in zakjes die je direct aan de plant kunt hangen. Het beste is als je ze op een zijtak aan de hoofdstam hangt. Van daaruit kunnen de hulpjes gemakkelijk uit de zakjes klimmen. Ze verdelen zich vanzelf over de planten, en vreten alle tripsen op. Ik kan niet wachten tot de predatoren alle ongedierte gevonden hebben en opeten, zodat mijn plantjes rustig verder kunnen bloeien.
In mijn volgende artikel gaat het verder met de bloei, en zal ik je vertellen hoe je het juiste oogstmoment het beste kunt bepalen. Tot over twee weken!
Bio Bertje
(advertentie)