- Droog je wiet tot perfectie met de 16/60 methode
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
What the stek!? Deel #1: De moederplant
Iedereen kan gezonde stekken maken, zolang je maar een beetje zorgvuldig te werk gaat en over de juiste kennis beschikt natuurlijk. En dat laatste gaan we toevallig uitgebreid bespreken, te beginnen met de moederplant. Want zonder een genetisch goede moederplant, geen succes in stekkenland!
Moederplant uit zaad of stek
Kwekers die hun eigen stekken maken, kweken daarvoor vaak moederplanten uit regulier zaad op. Op zich natuurlijk geen slechte keuze maar niet alle fenotypes zijn zo goed als je wellicht verwacht. Om erachter te komen of een zaadje ook een goede moederplant wordt, zul je het zaadje eerst moeten ontkiemen en je plant in de bloei moeten zetten om het geslacht te bepalen. Vervolgens dien je de wietplant weer terug in de groei te zetten om er stekken van te kunnen halen.
Een moederplant uit regulier zaad opkweken is dus best omslachtig. Makkelijker is het om gewoon een goede soort als stek in te kopen en deze te gebruiken als moederplant. Deze planten zijn sowieso vrouwelijk en hebben bovendien al bewezen goed te zijn. De stekkenboer van wie je ze hebt, verkoopt ze immers ook.
Stekken met of zonder moederplant
Je kan op twee manieren te werk gaan: door één of meer moederplanten te selecteren die je altijd in de groeifase laat, en waar je steeds je stekken vanaf snoeit. Je kunt dan zo’n twee jaar stekken van de moeders oogsten, waarna je van een aantal van de stekken weer nieuwe moeders kunt maken. Een wellicht eenvoudiger methode, is om steeds stekken te nemen voor je je planten in de bloei zet. Zo gebruik je bestaande wietplanten voor stekken, en kun je ze toch steeds afbloeien.
Hoe je ook te werk gaat, je zal over twee of meer kweekruimtes moeten beschikken. Ofwel om je moederplanten te herbergen, ofwel om je nieuwe stekken op te laten groeien. Uiteraard heb je een veel grotere groeiruimte nodig als er wel moederplanten op nahoudt.
Moederplanten verzorgen
Indien je een paar moederplanten wil houden om stekken van te nemen, houd er dan rekening mee dat je – als je op aarde kweekt – de moeders steeds in grotere potten zal moeten verpotten. Dit komt omdat de aarde op den duur uitgeput zal raken. Als alternatief kun je de moederplant van tijd tot tijd wortelsnoeien, hierdoor houd je ze ook meteen wat kleiner.
Kweek je hydrologisch, dan heb je dat probleem niet, je kan de moederplant dan gemakkelijker van de juiste voeding blijven voorzien. Daarover gesproken; geef moederplanten niet teveel voeding maar nét genoeg om mooi fris groen te blijven. Oudere moederplanten zijn vaak namelijk al aan de grote kant; door ze minimaal voeding te geven groeien ze niet te snel. Gebruik een basis groeivoeding met veel stikstof (N) voor groeiende planten. Verder kweek je een moederplant natuurlijk onder een lichtschema van 18/6, net als je stekken en alle andere wietplanten die je in de groeifase wil houden.
Morgen gaan we verder met het tweede deel van What the stek!? Dan zullen we het over de stekruimte hebben, en de beste omstandigheden om stekken te laten wortelen.