(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

In de kerstvakantie wist ik een bijzonder en zeldzaam boekje op de kop te tikken, een vroege versie van de autobiografie van Eagle Bill Amato: ‘10% THC – A cannabis tale’. Wie was deze Amerikaan, die de laatste twaalf jaar van zijn leven in Amsterdam woonde en bekend werd als ‘The godfather of vapor’?

Blokken samengeperste Mexicaanse wiet

Frank William Wood werd op 10 april 1942 geboren in Cleveland, Ohio en groeide op in Georgia in het zuidoosten van de VS. Voor een klein deel was hij Cherokee en hij woonde jarenlang in een reservaat van deze native Americans. Omdat hij altijd high was en rondreed op een snelle Harley Davidson kreeg hij de Cherokee-naam Eagle Bill.

De eerste alinea van zijn autobiografie: “Toen ik heel jong was, leerde ik dat wiet iets was dat aan schoolkinderen werd verkocht door de maffia. Het was verpakt in snoeppapiertjes en werd in hun aderen geïnjecteerd. Dat was in de jaren vijftig. Mijn eerste ervaring met wiet kwam begin jaren zestig.”

Hij was meteen verkocht en ging zelf wiet verkopen. Het levert mooie passages op in zijn boek. Zo vertelt hij over de ‘mini bricks’, blokken samengeperste Mexicaanse wiet. Veel van die blokken werden gesmokkeld in de banden van grote vrachtwagens; de verpakking stonk naar rubber. Maar het grootste probleem was dat de wiet zo stevig was samengedrukt dat de olie uit de zaden werd geknepen. Als je er een joint van rookte ging die steeds uit vanwege die zaadolie.

Old Ed (l) en Eagle Bill (r), twee Amerikaanse cannabispioniers tijdens de jaarlijkse High Times Cup in Amsterdam. Old Ed bracht begin jaren tachtig cannabiszaden en kweek-knowhow naar Nederland en was een sleutelfiguur in de ‘Groene Revolutie’. Eagle Bill introduceerde de vaporizer (wietverdamper) in ons land.

Per ongeluk begonnen met wiet kweken

Wiet zonder zaad, sinsemilla, kwam pas later, in de vroege jaren zeventig. Voor die tijd moest je de zaadjes zelf uit je wiet peuteren en weggooien. Bij menig blower belandden die zaadjes in de naden en gaten van hun bankstel. Ook bij Eagle Bill. Toen hij het versleten bankstel weg wilde gooien, bleef het een paar dagen buiten staan en rolden er wat zaadjes in een scheur van het asfalt van de oprit. Eén zaadje ontkiemde.

Pas toen de plant op de oprit bijna drie meter hoog was, realiseerde Eagle Bill zich dat het een wietplant was. Toen hij haar – het was een vrouwtje – oogstte, was de plant ruim vijf meter hoog. Eagle Bill’s kweekcarrière was begonnen. Het volgende jaar had hij achttien planten staan, zes Mexicaanse, zes Jamaicaanse en zes van onbekende herkomst. Hij ging soorten kruisen en leerde van elke oogst.

Eagle Bill met zijn verdamper op een pro-cannabis demonstratie in Amsterdam in 1994…

Zelfs de overheid is onder de indruk van Eagle Bill’s wiet

Het ging lang goed. Tot het mis ging en de politie de kwekerij oprolde. Bij alle ellende die dat opleverde was er één ‘zilveren randje aan de donkere wolk’, schrijft Eagle Bill. Een paar samples van zijn wiet waren opgestuurd naar de Universiteit van Mississippi, waar al het Amerikaanse cannabis onderzoek toen plaatsvond. Uit laboratoriumtests bleek dat de samples het hoogste THC percentage hadden dat ooit in de VS was geanalyseerd, schrijft Eagle Bill. Minimaal tien procent, terwijl ze meestal niet hoger dan vier procent vonden.

De aanklager zei in de rechtszaal dat ‘de mensen die dit verbouwden zeker wisten wat ze deden’. Eagle Bill was zo trots als een pauw: ‘Voor mij was het een droom die uitkwam. Mijn regering gaf me de hoogste eer waarop een wietkweker ooit kan hopen. Na al die jaren kruisen had ik de beste gevonden. Het was als het winnen van een gouden medaille op de Olympische Spelen. Ik heb de pagina uit het transcript van de rechtbank met het compliment van de universiteit ingelijst.’

Leven en verdampen als ‘reefer refugee’ in Amsterdam

In de vroege jaren negentig reist Eagle Bill met een vriend voor het eerst naar Amsterdam, waar hij als vanzelf in het Hash, Marijuana & Hemp museum belandt. Hij raakt bevriend met Ben Dronkers en verhuist in 1994 naar Amsterdam, als “reefer refugee”, vluchteling in de drugsoorlog. Dat jaar zie ik hem voor het eerst in actie, bij een demonstratie voor beter coffeeshopbeleid op het Beursplein in Amsterdam.

In mijn versie van ‘10% THC – a cannabis tale’ staat nog geen woord over datgene waar Eagle Bill het beroemdste mee zou worden: het verdampen van cannabis. Niet omdat hij de uitvinder is van verdampen als alternatief voor roken. Het eerste patent voor een elektronische sigaret die verdampt in plaats van verbrandt dateert uit 1927. Maar Eagle Bill heeft zonder twijfel een sleutelrol gespeeld bij het populariseren van het verdampen van cannabis.

Eagle Bill laat bezoekers van de Rotterdamse coffeeshop Out of Time (mee) genieten van zijn vaporizer (1995)….

Eagle Bill wordt high met Paris Hilton

Letterlijk duizenden bezoekers van de High Times Cup in Amsterdam maakten kennis met verdampen dankzij Eagle Bill. Hij zat in de stand van Sensi Seeds, die mede door zijn enorme glazen vaporizer met verfstripper altijd drukbezocht was. Jarenlang was hij een levende attractie in het Hash, Marijuana & Hemp Museum. Regelmatig nam hij zijn papegaai Sativa mee, die bezoekers naar verluidt ‘Wanna get high?’ toe riep.

Een van de vele museumbezoekers die op dat aanbod in gingen was ene Paris Hilton. Op de video van hun ontmoeting is goed te zien hoe Eagle Bill te werk ging als cannabis sjamaan en verdamp-evangelist.

In 2004 kreeg Eagle Bill de Cannabis Cultuurprijs, de voorloper van de Cannabis Culture Award. Dat jaar stonden er bij de High Times Cup 25 vaporizers opgesteld op de rand van het podium van de Melkweg en werd Eagle Bill geëerd voor zijn pionierswerk.

Kort daarna werd kanker bij hem geconstateerd. Hij bracht de laatste maanden van zijn leven door in Georgia, waar hij op 25 mei 2005 overleed.

(advertentie)