- CannaTommy vindt opnieuw schimmel in zijn Bedrocan wiet
- Wietman laat Sneeze bloeien (en een beetje vergelen…)
- Zes nuttige toepassingen voor je cannabis knipafval (trim)
- Ook in cannabisland is het Black Friday: sla je slag!
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#13)
- Naar het zuiden des lands voor een verse Sweet Tini
Wat is een een EC-meter en wat kun je er mee?
Voor hydrokwekers is het een onmisbaar gereedschap en bij de teelt op aarde komt het apparaat ook dikwijls van pas. Een EC-meter meet de geleidbaarheid van een oplossing, en dus ook de concentratie aan voeding (mineralen) in voedingswater. Met een EC-meter hoef je wietplanten dus nooit op de gok te voeden.
Meten is weten, een oeroude wijsheid die waar is als een koe, en ook opgaat voor wiet kweken. Door de EC-waarde te meten, kun je wietplanten op maat voeding geven. En dat komt de gezondheid van de planten en uiteindelijk ook de opbrengst en kwaliteit van de wiet ten goede.
Toch worden veel thuiskwekers enigszins afgeschrikt door het meten en de EC-waarde op zich. Geheel ten onrechte natuurlijk want een EC-meter maakt het geven van de juiste hoeveelheid voeding juist makkelijker, en niet moeilijker.
Electric Conductivity
Een EC-meter, oftewel een Electric Conductivity meter, meet de geleidbaarheid van een oplossing. Hoe beter een oplossing een elektrische stroom namelijk geleidt, hoe meer (voedings)zouten erin opgelost zijn en hoe hoger de EC-waarde.
Puur gedistilleerd water geleid geen elektriciteit en heeft dus een EC-waarde van nul. Kraanwater geleid echter wel en bevat dus ook zouten, zonder dat je ook nog maar één druppel voeding hebt toegevoegd. Voor hydrokwekers is een EC-meter onmisbaar maar ook bij de teelt op aarde is een EC-meter nuttig.
Een goede meting
Bij hydrologische kweeksystemen hebben wietplanten geen medium met voeding tot hun beschikking. Ze zijn voor hun voeding dan ook volledig afhankelijk van wat de kweker aan het water toevoegt. Een EC-meter is dan ook onmisbaar voor hydrokwekers. Zonder de EC-meter wordt voeden gokken, mét EC-meter kun je wietplanten in hydrosystemen exact op maat voeden.
IJken
Omdat kraanwater van zichzelf al een bepaalde EC-waarde heeft, dien je die eerst te moeten meten en daar rekening mee te houden. Maar voordat je je EC-meter überhaupt kunt gebruiken, zul je hem moeten ijken met ijkvloeistof. Zo weet je zeker dat je meter betrouwbaar is. Het ijken zelf is een gemakkelijk proces als je in het bezit bent van ijkvloeistof. Je vindt de instructies om jouw specifieke exemplaar te ijken meestal op de verpakking of anders in de handleiding van je EC-meter.
Eenmaal geijkt kun je de EC-waarde van je voedingswater gaan meten. Hierbij dien je dus rekening te houden met de EC-waarde van je kraanwater. Een goede meting voer je als volgt uit:
Meet om te beginnen dus eerst de EC-waarde van het water uit je kraan, zonder toegevoegde plantenvoeding. Die EC-waarde dien je naderhand namelijk van de totale EC-waarde af te trekken om de concentratie aan plantenvoeding te weten. Stel dat het kraanwater een EC-waarde van 0,6 heeft zoals op de foto hierboven, en na toediening van meststoffen meet je een waarde van 2,2. Dan betekent dat dus dat je planten water met een EC-waarde van 2,2 – 0,6 = 1,6 krijgen.
EC-waarde voedingsadvies
Jonge wietplanten hebben nog geen grote behoefte aan voeding, althans een stuk minder dan volwassen wietplanten. Naarmate de planten groeien neemt de voedingsbehoefte toe. Begin daarom altijd met een lage EC-waarde en voer de EC-waarde geleidelijk op.
Hier volgt een lijstje met richtlijnen van de EC-Waarde van week tot week. Hou er niet al te strak aan vast maar neem het met een korreltje (voedings)zout, het is namelijk erg afhankelijk van de groeisnelheid van je planten. Kijk daarom ook altijd naar je planten om te bepalen of ze meer of minder voeding nodig hebben. Of nog beter: voed op maat. Hoe dat moet leggen we verderop in dit artikel uit.
- Groeifase week 1 tot 2 = EC-waarde 0,8 tot 1,0
- Groeifase week 3 = EC-waarde 1,0 tot 1,1
- Groeifase overige weken = EC-waarde 1,4
- Bloeifase week 1 = EC-waarde 1,5
- Bloeifase week 2 = EC-waarde 1,6
- Bloeifase week 3 = EC-waarde 1,7
- Bloeifase week 4 = EC-waarde 1,8
- Bloeifase overige weken = EC-waarde 1,8 tot maximaal 2,0
- Spoelweken / dagen = geen voeding
Wietplanten vetmesten?
Sommige thuiskwekers geven hun wietplanten zoveel mogelijk voeding, in de hoop op dikkere toppen. Tot op een bepaalde grens is dit mogelijk. Je moet namelijk weten dat hoe meer voedingszouten, hoe moeilijker een wietplant water kan opnemen. Hoe meer voeding, hoe minder water, hoe harder en compacter de toppen.
Maar kijk uit, want toppen die gekweekt worden met een te hoge EC-waarde worden dan misschien wel hard, ze zijn vaak ook kleiner en de uiteindelijke opbrengst valt vaak lager uit. Commerciële kwekers zullen daarom maar heel zelden de grens van de maximale EC-waarde opzoeken.
Op maat voeden met een EC-meter
Wanneer je hydrologisch in een circulerend systeem kweekt, kun je door dagelijks te meten precies op maat voeding geven. Hiervoor dien je de EC-waarde in het voedingsvat elke dag te meten en aan te passen. Stel: je meet bij de eerste meting een EC-waarde van 1,4 en de volgende dag meet je een EC-waarde van 1,2. Dat betekent dat de planten die dag meer voeding dan water hebben opgenomen en je de EC-waarde kunt verhogen tot boven die van de eerste meting van 1,4.
Verhoog de EC-waarde daarom (bijvoorbeeld naar 1,6) en meet de volgende dag weer. Stel dat de EC-waarde een dag later 1,7 geworden is dan betekent dat dat de planten meer water hebben opgenomen dan voeding en 1,6 dus net iets te sterk was voor ze. Verlaag de EC-waarde nu naar 1,5. Blijf de EC-waarde op deze manier steeds meten en aanpassen en je voedt helemaal op maat.
N, P of K?
Vergeet hierbij echter niet om de voedingsoplossing van tijd tot tijd (minimaal om de week) helemaal te vervangen. Planten nemen – afhankelijk van hun levensfase – meer of minder van de ene (bijvoorbeeld stikstof, N) of de andere (zoals fosfor, P of kalium, K) meststof op waardoor de balans in het voedingsvat zoek raakt. De EC-waarde vertelt je alleen de totale concentratie aan zouten, maar niet welke mineralen er in het water zitten.
Op deze manier op maat voeden vereist verder een circulerend systeem waarbij het gebruikte voedingswater weer terugstroomt in het reservoir. Heb je een systeem waarbij het gebruikte water wegstroomt in een afvoer, of een druppelsysteem zonder afvoerwater dan moet je naar je planten kijken om te bepalen of ze meer of minder voeding nodig hebben.
Biologische voeding en aarde
Minerale meststoffen kunnen uitstekend gemeten worden met een EC-meter. Organische (of biologische) voeding kan echter een foute meting opleveren. Organische deeltjes in zulke voeding geleiden namelijk niet en planten nemen ze ook niet op. Organisch materiaal dient eerst door het bodemleven te worden afgebroken en omgezet in voor de plant opneembare zouten.
Je kunt je EC-meter echter wel gebruiken wanneer je op aarde kweekt om de EC-waarde van de aarde te meten. Wanneer er iets mis is met de planten en je hebt het gevoel dat dit aan de concentratie aan meststoffen ligt bijvoorbeeld.
Neem hiervoor met een lepel wat aarde uit je pot. Probeer de aarde van halverwege de pot te nemen en neem voor een nauwkeuriger meting, aarde van verschillende plekken uit de pot. Doe dit in een glas en voeg hierbij net zoveel gedistilleerd water als je aarde hebt. Meng het, laat het even een paar minuten rusten en meet daarna de EC-waarde van het mengsel. Dit is bij benadering de EC-waarde in de aarde.
(advertentie)