Topstories

(advertentie)

Om een nieuwe wietsoort te maken, wordt vaak terug gekruist met de originele moederplant, zo heeft Lemonade gelezen. Maar wat nou als je een twee F1 kruisingen maakt tussen man A en vrouw B en man B en vrouw A, kom je dan niet dichter in de buurt van een ideale mix van eigenschappen? Muna?

De vraag die ik deze week uitgekozen heb om te bespreken, gaat voor de verandering eens niet over probleemplanten. Lemonade is namelijk veel meer geïnteresseerd in de ontwikkeling van zijn eigen wietsoort. Hij vraagt zich specifiek af, of terugkruisen niet wat effectiever zou zijn als je niet terug kruist met de originele moeder- of vaderplant, maar met zijn of haar neef of nicht. Lees even mee wat Lemonade me stuurde, dan zal ik daarna mijn reactie erop geven.

 

Naam
	Lemonade
Onderwerp
	F1 kruising kruisen met neef of nicht
Bericht
	Hoi Muna, ik ben me al een tijdje aan het verdiepen ik het kruisen van twee verschillende wietsoorten. Ik heb gelezen dat je om je eigen soort te ontwikkelen, je F1 kruising een paar keer terug moet kruisen met je moeder plant. Nou vroeg ik me af… stel, je hebt van allebei de soorten een mannelijke en een vrouwelijke wietplant, en je doet het als volgt: 1. soort A vrouw x soort B man = F1 kruising 1 2. soort B vrouw x soort A man = F1 kruising 2Stel je kruist F1 kruising 1 met F1 kruising 2. Kom je dan niet dichter in de buurt bij een kruising die over 50% van de eigenschappen van beide wietsoorten beschikt? En vraag 2: kun je het dan een F2 kruising noemen? Vraag 3 is: kun je dit vergelijken met terugkruisen met de moederplant? Ik kon niks vinden over mensen die dit hebben geprobeerd, vandaar mijn vraag! MVG Lemonade

 

Terugkruisen met neef of nicht?

Hoi Lemonade, interessant verhaal wel. Ik ben zelf ook altijd erg geïnteresseerd geweest in het maken van mijn eigen kruising, en ik denk met mij wel meer mensen. Ik ken wel mensen die wietsoorten veredelen maar zelf heb ik er nooit echt de tijd of ruimte voor gehad. Om een goede stabiele wietsoort te veredelen, moet je namelijk best wat generaties wietplanten kweken. En dan het liefst in grote aantallen, zodat je een goed beeld krijgt van de dominante en recessieve eigenschappen, én zo de best mogelijke selectie kunt maken.

Om je vraag te beantwoorden wil ik je eerst even corrigeren, als je dat niet erg vindt. Je schrijft dat je hebt gelezen dat je een F1 kruising een paar keer moet terugkruisen met de moederplant, als je een eigen wietsoort wil maken. Dat klopt deels, maar niet helemaal want het is niet per se nodig om dat te doen.

Terugkruisen

De reden dat breeders (zaad veredelaars) hun kruisingen (F1, F2 of soms zelfs F4 of 5) terugkruisen met de originele moeder of vaderplant van de F1-kruising, is omdat ze bepaalde eigenschappen van die moeder of vaderplant in hun nieuwe soort willen versterken. Denk er maar eens over na, ze kozen de moeder of vader immers vanwege deze eigenschappen. Meestal wordt trouwens met de moederplant terug gekruist omdat de eigenschappen van de uiteindelijke wiet daarvan bekend en gewild zijn.

Terugkruisen heeft dus niet als doel om een wietsoort te maken evenveel eigenschappen van de vader als de moederplant. Doorgaans wil je alleen bepaalde eigenschappen van soort A en bepaalde eigenschappen van soort B. Bijvoorbeeld de paarse kleur van de wiet van soort A en laten we zeggen het hoge THC-percentage van soort B. Liefst zou je dan een mooie paarse vrouwelijke plant A met een andere vrouwelijke plant B met een extreem hoog THC percentage kruisen. Maar omdat je ook een vader nodig hebt, kies je van een van de beide soorten een mannelijke plant waarvan je hoopt dat die de gewenste eigenschap ook heeft.

Maar daarmee ben je er natuurlijk niet. Die ene gewilde eigenschap kan namelijk recessief zijn en niet tot uiting komen. De F1 kruising heeft dan bijvoorbeeld niet de paarse toppen van haar moeder. Maar deze draagt ze misschien wel in haar genen. Door de kruising vervolgens terug te kruisen, kun je ervoor zorgen dat de eigenschap wél tot uiting komt. Indien beide planten namelijk een recessieve eigenschap doorgeven, komt die tot uiting.

Gregor Mendel

Hieronder zie je een voorbeeld aan de hand van een schema zoals Gregor Mendel die maakte toen hij zijn ‘wetten van Mendel’ ontwikkelde aan de hand van zijn beroemde experimenten met erwten plantjes. Gregor Mendel werd ook wel de vader van de geneticaleer genoemd. Veel veredelingstechnieken zijn op zijn werk gebaseerd. In het schema stelt de horizontale grijze balk de eigenschappen van de ene plant voor en de verticale grijze kolom die van de vaderplant. Een hoofdletter B is een groene top en een kleine letter b een paarse top. Alleen de planten met bb (twee kleine letters) krijgen een paarse top, dat is dus slechts in 25% van alle nieuwe planten het geval.

Door op deze manier veel kruisingen te maken, met veel planten, kun je er als kweker vervolgens achterkomen welke eigenschappen dominant zijn en welke recessief. Het vergt wel aardig wat kennis van de geneticaleer en je moet alles nauwkeurig bijhouden.

Let op, wat ik hier uitleg betreft slechts het topje van de geneticaleer. Als je er meer van wil weten, dan raad ik je aan om de CNNBS-serie De ‘making of’ een nieuwe wietsoort te lezen, en er boeken over te kopen. Het is ingewikkelde materie die je ook als universitaire studie kunt doen, dus als je van leren houdt zit je hiermee wel goed.

Filius

Om je andere vragen tenslotte te beantwoorden: een kruising tussen twee wietplanten van verschillende soorten, noem je een F1-kruising. Kruis je twee F1-kruisingen met elkaar dan krijg je de F2-kruising enzovoorts. Kruis je een neef en een nicht dan kun je dat noemen zoals je wil maar het is niet wat met over het algemeen met een F2-kruising bedoeld. De letter F staat hierbij trouwens niet voor het woord fenotype maar voor het Latijnse woord Filius, dat ‘zoon’ betekent.

Veel plezier met kruisen Lemonade! Laat de ingewikkelde materie je niet afschrikken want soms kun je ook zonder de geneticaleer een juweeltje van een nieuwe F1 kruising maken. Moet je wel een beetje geluk hebben!

-xxx- Muna

(advertentie)