Topstories

(advertentie)

Bijna niemand in Nederland weet zoveel van drugs en drugsbeleid af als August de Loor. Deze week schoof hij aan tijdens de maandelijkse VOC-vergadering. Ik ken August al jaren, maar ik had hem nog nooit zó kwaad gezien. Oorzaak? Het gif van het duo Pieter Tops en Jan Tromp en hun “onderzoek” naar drugscriminaliteit in Amsterdam.

 

Recht van spreken

August de Loor was de eerste straathoekwerker van Nederland en heeft inmiddels een halve eeuw praktijkervaring met drugs en drugsbeleid in Amsterdam. Hij stond aan de wieg van talloze initiatieven en campagnes, van spuitenruil en XTC testen tot de Safe House campagne, van coffeeshopbond BCD tot het Cannabinoïden Adviesbureau Nederland (CAN).

Als het VOC in Amsterdam vergadert, zijn we te gast bij de MDHG, waarvan August een van de oprichters is. August is een spraakwaterval, maar wel met eentje met recht van spreken. Hij schrijft zoals hij praat: recht voor zijn raap in lange, volgepropte zinnen. Op zijn website schreef hij onder de kop “Tops en Tromp moeten zich kapot schamen” over de fall out van het rapport van deze heren.

Diepste punt in drugsgeschiedenis

August begrijpt niet dat er geen golf van verontwaardiging op gang is gekomen, “beginnend bij de opdrachtgevers, het Amsterdamse stadhuis”. Het rapport is “een regelrechte belediging voor al die politici, bestuurders, politiemensen, hulpverleners, ambulancebroeders, en al die anderen die zich de afgelopen decennia uit de naad gewerkt hebben om het Amsterdamse drugsbeleid vorm te geven en uit te voeren”.

Tijdens de VOC-vergadering in Amsterdam veegde een ziedende August de vloer aan met Tops en Tromp en de politici en journalisten die hun broddelwerk voor lief nemen. We zijn beland op het diepste punt in de geschiedenis van het Nederlandse drugsbeleid, vindt August. Consumenten krijgen de schuld van de excessen die het drugsverbod en de war on drugs veroorzaken. En ondanks een gestage toename van repressie en criminalisering sinds 1996, wordt er ineens gedaan alsof “de overheid de andere kant op heeft gekeken”.

Premier Rutte over ‘dat eerste jointje’

Een dieptepunt in de ontsporende drugsdiscussie was wat Mark Rutte zei in het Gesprek met de minister-president van 21 september. Lees en huiver…

Rutte: “Die ondermijning… en dat begint met iemand van 16, 17 jaar die zijn eerste jointje rookt, dat is iemand die een pilletje neemt op een dancefestival en denkt: ach, dat mag toch in deze vrije samenleving? Nou, soms mag het wel, soms mag het niet. Maar daar begint de vraag en dan komt het aanbod en uiteindelijk ontstaat er diep in het systeem de verschrikkelijkste criminaliteit, met een omzet in Nederland inmiddels van tientallen miljarden.”

En daar bleef het niet bij. Toen de interviewer vroeg of iemand die een joint rookt of een pilletje neemt zich medeschuldig moeten voelen aan de moord op advocaat Derk Wiersum, antwoordde Rutte:

“Iedereen moet voelen wat hij wil voelen. Maar als jij denkt: ach, ik mag in Nederland als ik op school zit, 15, 16 jaar ben, dan ga ik naar de coffeeshop mijn eerste jointje roken, realiseer je dan alsjeblieft dat daar achter een fijnmazig crimineel systeem zit, wat bezig is om in provincies als Brabant en Zeeland en Gelderland het normale politieke maatschappelijke systeem te ondermijnen, druk zet op burgemeesters, op politiemensen, op boeren, agrariërs, om stukken land om te zetten om rotzooi te gaan verbouwen.”

Het is de VVD die al decennia lang elke vorm van regulering van de cannabisteelt blokkeert en zo het monopolie gunt aan criminelen

Ten eerste is het natuurlijk een leugen dat een scholier van 15 of 16 jaar een coffeeshop binnen kan lopen om een jointje te roken, laat staan om er een te kopen. De minimumleeftijd van 18 jaar wordt streng gehandhaafd, want bij overtreding moet de shop voor meerdere maanden dicht. Vergelijk dat eens met een kroeg of supermarkt die drank aan een minderjarige verkoopt.

Een nog veel grotere gotspe is dat Rutte de cannabisconsument verantwoordelijk stelt voor zijn eigen falende beleid. Want het is de VVD die al decennia lang elke vorm van regulering van de cannabisteelt blokkeert en zo het monopolie gunt aan criminelen. En die man verwijt de argeloze cannabisconsument dat hij of zij een crimineel systeem in stand houdt!

Verstandige tegengeluiden

Zoveel stupiditeit en kwaadaardige framing roept gelukkig tegengeluiden op. Van Peter R. de Vries en advocaat Peter Plasman bijvoorbeeld, bij Eva Jinek. In drie minuten verklaren ze in glasheldere taal waarom legalisering beter is dan war on drugs.

De Volkskrant en NRC plaatsten uitstekende opiniestukken van Gerard Drosterij en Harry Bego, die glashelder uitleggen dat de criminaliteit het resultaat is van het verbod en niet andersom. “Nederland dreigt een land te worden waarin elke burger als een potentiële crimineel wordt gezien”,  waarschuwt filosofiedocent Drosterij. “Politici die zonder problemen een sinistere moord van een drugskartel koppelen aan de moraal van individuen creëren een enge medeplichtigheidscultuur.” Drosterij noemt Rutte’s oproep morele intimidatie en “een dictatoriaal dreigement”.

Kapot schamen

Terug naar August de Loor en zijn explosieve bijdrage aan de VOC-vergadering. Hij mag dan al een tijdje AOW ontvangen, August is nog even strijdbaar als altijd. Zijn woede is authentiek. Hij heeft met eigen ogen gezien wat repressie en war on drugs betekenen voor echte mensen.

Zoals hij op zijn website schrijft: “Om het bij mij zelf te houden heb ik aan de ene kant meer dan 100 junkies naar hun graf moeten brengen, moeten knokken om gifheroïne te vinden die al 26 doden in drie weken op zijn geweten had, met aan de andere kant dat de Amsterdamse overheid tientallen vernieuwende drugsprojecten de kans gaf om te starten, die nu over de hele wereld navolging hebben gekregen (ik bespaar jullie de lange lijst aan innovaties) om dan tandenknarsend te moeten lezen dat de Amsterdamse overheid de andere kant op gekeken heeft. Tops en Tromp moeten zich kapot schamen.”

(advertentie)