- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Zo brutaal is de politie bij hobbykweker!
ROLLING STONED TOP 50 #7 Persoonlijke verhalen van lezers doen het goed, en dan hoeven dat niet eens altijd mediwiet-ervaringen te zijn. Neem het staaltje politie-brutaliteit waarmee de Noord-Hollandse Michelle deze zomer geconfronteerd werd. Onuitgenodigd en zonder huiszoekingsbevel kreeg ze agenten in haar achtertuintje, die haar dwongen de aanwezige wietplantjes de nek om te draaien. Pas later kwam de woede en verbijstering bij haar opwellen. Ze klom in de pen en luchtte haar groene hart op onze website!
Deze week kregen wij een mail van een hobbykweker, ergens in het land. Verdrietig en vooral boos, omdat 2 wijkagenten onaangekondigd een vredelievende burger dwingen haar wietplanten in de tuin te killen. “Wat rest is een vaas met afgeknipte wiettakken.” Lees haar persoonlijke verslag over dit staaltje police brutality in Holland.
En toen stond er plots politie in mijn achtertuin…
Tekst en foto’s: Michelle Jaune
Afgelopen week stond op mijn Filosofiescheurkalender de uitspraak: zonder vrede geen vrijheid. Kort door de bocht op de achterkant van het velletje uitgelegd, ben je niet vrij als je eerste prioriteiten op het vlak liggen van je hachje veilig stellen, aan eten komen terwijl de bommen om je heen vliegen en achter elke dakrand een sluipschutter kan zitten. Duidelijk. Binnen een dergelijke context voel ik me zeker vrij in Nederland. Eigenlijk voelde tot ik me vrij recentelijk relatief vrij in ons kikkerland.
In Frankrijk zie je policiers gekleed als militante terroristen met automatische wapens op straat; echt niet de sullige personages uit een hilarische Louis de Funès-film. In Brussel is het van hetzelfde laken een pak. En hier, op het mountainbikeje, of wandelend met blauwe pet, ogen de dienders voor mij persoonlijk niet direct intimiderend.
En wanneer kom je als gemiddelde Nederlander nou in aanraking met de politie? Bij een aangifte, aanrijding, blaastest, inbraak, burenruzie, de vanzelfsprekende zaken, waarbij meneer of mevrouw agent eerder als ‘je beste vriend’ overkomt, zoals in een grijs verleden mooi werd geprofileerd, dan als intimiderend wordt ervaren. In ieder geval hadden de heren en dames in het blauw geen enkele invloed op mijn persoonlijke ervaring van vrijheid in Nederland en kregen ze de voordeel van de twijfel wat betreft het ware boeven vangen betreft.
Groene vingers
En toen stonden er plots twee wijkagenten in mijn tuin. Ze liepen via de steeg aan de achterkant zo mijn poort binnen. Ze zouden wiet hebben geroken en kwamen even poolshoogte nemen. En inderdaad had ik pontificaal negen prachtig groeiende plantjes staan, vanuit door mij hoogstpersoonlijk ontkiemde zaadjes. Of het vrouwtjes of mannetjes waren, was nog onzeker, maar de stammen werden dikker, één voor één reikten ze trots naar de zon.
Meestal is tuinieren niet echt aan mij besteed, dat is aan heel mijn tuin te zien, maar naarmate mijn ‘kindjes’ groeiden, werden mijn vingers groener. Elke dag als ik beneden kwam, liep ik als eerste naar buiten om te kijken hoe het met mijn proeftuintje ging, gaf iedereen water, zette elke exemplaar optimaal in de zon en rook even aan de bladeren.
Inmiddels weet ik dat deze dienders niet zomaar mijn tuin hadden mogen binnenkomen. Bovendien hadden ze dan eerst een klacht moeten overleggen. En mijn buren hebben geen kik gegeven; dat punt is gecheckt. Had ik ook geenszins verwacht. Ze liepen ook niet ‘zomaar’ door de steeg; even verderop stond hun auto geparkeerd.
Met de armen stijf over elkaar geslagen, werd me gedecideerd duidelijk gemaakt dat ik nog niet één fraaie cannabissativa hollandica of aanverwante in mijn tuin mocht hebben
Nee, ik heb zelf de stommiteit begaan door de planten dusdanig in het zicht te laten staan, dat ze vanaf de voorkant van mijn huis zichtbaar waren. Eigenlijk dacht ik in mijn tunnelvisie inderdaad alleen vanuit tuiniersgedachten, optimale zon, en dergelijke, en was het nog geen seconde bij me opgekomen dat deze plantjes, in mijn eigen tuin, van mijn koophuis, mij problemen zouden kunnen opleveren. Noem het naïef, voor mij was het onbewust, ondanks mijn kennis van de Nederlandse wet, vanzelfsprekend dat ik die plantjes gewoon kon grootbrengen. Ik bedoel: zo’n onschuldige, geweldige, multifunctionele plant waar ik nog niet één negatief kenmerk van kan opnoemen. Ik liep dus tamelijk flabbergasted naar buiten, me nooit ergens in verdiept, half wel in de veronderstelling dat ik hoogstens drie planten had mogen hebben en dus driemaal over de limiet was.
Strijdlust
Met de armen stijf over elkaar geslagen, werd me gedecideerd duidelijk gemaakt dat ik nog niet één fraaie cannabis sativa hollandica of aanverwante in mijn tuin mocht hebben. Hoogst verbaasd maar met geen trek in moeilijkheden maakte ik aanstalten de planten dan maar om te kiepen in de groenbak. Nee, dat was niet goed genoeg. We moesten ze afknippen, onderaan de stam. Aaarghhh… met veel pijn in mijn hart zag ik mijn vriend deze levende schoonheden de nek omdraaien, eh doorsnijden. Het maffe is dat het me ook werkelijk raakte. Als een van mijn kamerplanten weer eens het loodje legt, vind ik dat jammer, maar word ik er niet echt warm of koud van, gooi het troosteloze exemplaar in de groenbak en koop al dan niet een nieuwe. Maar deze heb ik zelf laten ontkiemen.
That really hurt!
Mijn verbazing veranderde in strijdlust toen werd aangehaald dat ik het toch niet kon máken om wietplanten in mijn tuin te hebben ‘want er lopen kinderen rond’. Inderdaad, ik heb twee zonen van elf en twaalf, van wie ik hoop dat ze in ieder geval voor hun achttiende, zolang hun hersens nog groeien, niet gaan roken, zuipen, blowen of anderszins iets gaan doen wat die groei zou kunnen beperken. En indien toch, dan met een vaporiser. Dat zei ik echter allemaal niet tegen de mevrouw in het blauw. Ik fulmineerde er meteen op los dat ik groot voorstander van legalisering van softdrugs ben en mijn kinderen graag met die gedachtegang op laat groeien. Of wilde ze de morele discussie over de wijze waarop ik mijn kinderen opvoed met me aangaan? Ja maar, sputterde haar collega, het was toch ongezond, als ik dat rookte waar die kinderen bij waren. ‘Hoe weet u dat ik het rook? Misschien bak ik er lekkere cakejes van’, wierp ik onmiddellijk tegen, waarna ik een betoog over de medicinale kwaliteiten van marihuana aanhaalde voor bijvoorbeeld MS-patiënten en mensen die net chemotherapie hebben gehad. Het toepasbare scala is natuurlijk veel breder, dat hoef ik hier niet uit te leggen. En evenmin aan hen want ze hoorden mijn betoog waarschijnlijk aankomen en maakten zich snel uit de voeten. Enigszins verbouwereerd vervolgde ik het prepareren van een buffet voor vrienden dat gereed moest zijn voor de voetbalwedstrijd die avond.
‘Vrijheid’ in Nederland
Inmiddels leven we een paar dagen later en het voorval laat me niet los. Ik ben verontwaardigd! En boos! Om meerdere redenen. Allereerst dat me mijn hobby is ontnomen. Eindelijk vond ik tuinieren leuk. Voorts dat ik mijn kindjes heb moeten ‘doden’. Onschuldige planten in mijn eigen tuin. Maar vooral, voorbij alle dramatiek, omdat dit voorval waarlijk raakt aan mijn gevoel van vrijheid in Nederland. Ik voel me fundamenteel een stukje minder vrij dan vorige week. Het toch al afbrokkelende beeld van ‘de politie is je beste vriend’, is vakkundig en definitief de nek om gedraaid en ik, degene die zich als globetrotter toch nog altijd stiekem een beetje trots als Nederlander profileerde, vraag me af of het niet tijd is om me niet te gaan schamen voor mijn land… En ter nuancering: dan is dit uiteraard slechts een van de vele argumenten die dezer dagen een rol in die schaamte spelen…
(advertentie)