- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Zo maak je de juiste voedingsoplossing voor wietplanten
Een goede voedingsoplossing maken is bijna een simpele kwestie van het volgen van de adviezen op de flessen. De volgorde waarin je verschillende producten toevoegt is echter van belang, net als de pH-waarde, temperatuur en de voedingsconcentratie. Ook moet je rekening houden met de verhoudingen van de verschillende elementen, de behoefte van je planten en de voeding in de aarde, als je dat gebruikt. Dus hoe doe je dat, een goede voedingsoplossing maken?
Voeding is in het geval van planten eigenlijk een beetje een misleidende naam. Je vergelijkt het namelijk al snel met voeding van mensen en dieren, waardoor je zou denken dat planten groter worden naarmate je meer voeding geeft. Dat is niet het geval, want planten groeien zo snel als de omstandigheden (licht, klimaat, zuurstof bij de wortels en beschikbare ruimte) toelaten. Voeding hebben ze vervolgens nodig om die groei te ondersteunen.
De hoeveelheid plantenvoeding die een plant nodig heeft, hangt dus af van de rest van de omstandigheden. Ook groeit een wietplant het beste wanneer de verhoudingen aan verschillende stoffen optimaal is. Daarnaast zijn er nog een aantal zaken om rekening mee te houden. De fase van de plant, het medium waarin je kweekt, de NPK-verhoudingen, EC-waarde, pH-waarde, het water dat je gebruikt en de temperatuur daarvan en de volgorde waarin je de verschillende producten toevoegt.
Biologische voeding en aarde
Wanneer je aarde gebruikt en biologische plantenvoeding, dan maakt dat het aanmaken van een voedingsoplossing iets makkelijker. Daar staat tegenover dat je minder controle hebt over de voedingsstoffen die je planten opnemen, en de hoeveelheid. Een pure biologische plantenvoeding en organische aarde bevat namelijk maar een klein deel direct opneembare mineralen. In plaats daarvan bevat het organisch materiaal dat eerst door het bodemleven moet worden afgebroken, en worden omgezet in opneembare voedingsstoffen.
Omdat organische voeding geen of weinig mineralen bevat, kun je de concentratie ervan niet meten met een EC-meter. Ook is de pH-waarde van minder groot belang, al moet het wel binnen acceptabele grenzen liggen voor de bodembacteriën. Als die het namelijk goed hebben dan hebben je planten het ook, en bodembacteriën houden van een pH-waarde van 6,8 maar sterven als de pH-waarde onder de 6,2 komt.
Ook moet je bij een kweek op aarde rekening houden met de voeding die al in de aarde aanwezig is. Aarde namelijk al voeding voor de eerste twee weken in het geval van een zogeheten light mix. Er zijn ook rijk bemeste aardemengsels die al voor zes weken voeding bevatten. Het advies is dan ook om in de eerste weken alleen water met de juiste pH-waarde te geven, en bij te gaan voeden wanneer je ziet dat de plant een klein beetje lichter van kleur wordt.
Hoewel de meeste aarde al wat bodembacteriën bevat, is het goed om extra bodembacteriën toe te voegen bij een biologische kweek. Trichoderma schimmels zijn aan te bevelen, en kunnen in een biologische kweek een groot verschil maken. Deze producten kun je voor cannabis kopen bij de meeste growshops of online kweekwinkels. Kijk op de verpakking voor instructies voor het gebruik ervan.
Verder is het aanmaken van een biologische voedingsoplossing vrij eenvoudig. Eerst laat je water op de omgevingstemperatuur komen door het bij je planten te zetten. Vervolgens kun je de voeding toevoegen volgens de mengverhoudingen die de fabrikant aanraadt. Verdun het daarna met water zodat het ongeveer de halve sterkte krijgt (fabrikanten raden namelijk een behoorlijk sterke oplossing aan, en verderop leggen we uit waarom), meer voeding toevoegen kan altijd nog. Breng het tenslotte op de juiste pH-waarde van 6,8 als dat nodig is. In de meeste gevallen is dat in Nederland echter niet nodig.
Minerale plantenvoeding
Bij gebruik van minerale plantenvoeding is het allemaal iets ingewikkelder, maar nog steeds geen raketwetenschap. Er zijn meer zaken om rekening mee te houden maar je kunt ook meer zaken meten, zodat je het met een gerust hart aan je planten kunt geven. We kijken hoe je een minerale voedingsoplossing aanmaakt, maar eerst wat theorie over NPK-ratio’s en de EC-waarde.
NPK ratio en EC-waarde
De NPK-ratio staat altijd op de verpakking van plantenvoeding. Het geeft de verhoudingen aan de belangrijkste meststoffen (stikstof (N), fosfor (P), kalium (K)) aan. Dit is belangrijk want cannabisplanten groeien het beste bij een NPK-ratio van 3-1-1 en bloeien beter bij een NPK-ratio van 1-3-2. Dit hoef je echter niet te onthouden want cannabis basisvoeding komt al in de juiste verhoudingen.
Wat je wel moet weten is dat voedingsschema’s van de fabrikant ervoor zorgen dat de NPK ervoor zorgt dat de verhoudingen goed zijn. Maak dus gebruik van het voedingsschema, maar weet wel dat zo’n schema vrijwel altijd voor een te sterke voedingsoplossing zorgt.
Dat doen ze niet om meer voeding te kunnen verkopen maar zodat je de juiste verhoudingen aan mineralen kunt aanmaken, waarna je het kunt verdunnen om de gewenste EC-waarde te krijgen. Dit is ook de reden waarom op de flessen niet alleen de mengverhouding maar ook de gewenste EC-waarde staat aangegeven. Op deze manier kun je een voedingsoplossing op de juiste EC-waarde krijgen, terwijl de NPK-ratio tegelijk ook goed blijft. Het is namelijk veel lastiger om de EC-waarde te verhogen dan te verlagen.
Dus: het voedingsschema zorgt ervoor dat de NPK-ratio goed is, en door de EC-waarde te meten krijgen je planten de juiste dosis aan voeding. Hou dus altijd het voedingsschema aan en gebruik de aangeraden hoeveelheid per liter water (soms staat het aangegeven per 10 liter en moet je het even omrekenen), en verdun het daarna om de EC-waarde goed te krijgen.
Mocht je extra toevoegingen gebruiken, hou dan ook rekening met de invloed die deze hebben op de totale EC-waarde van je voedingsoplossing. Sommige toevoegingen hebben een kleine impact en kun je volgens de aangeraden hoeveelheid toevoegen. Andere extra’s zoals PK13/14 en andere bloeistimulators kunnen de EC-waarde echter flink verhogen, en dien je voorzichtig te doseren of te gebruiken in combinatie met een wat verdunde basisvoeding.
Hoe meng je voedingswater voor cannabis?
Het mengen van voedingswater heeft ook nog wat voeten in aarde (lol). Allereerst dien je rekening te houden met de EC-waarde van het water zelf. Gelukkig is het kraanwater in Nederland van een uitstekende kwaliteit, en kun je dat prima gebruiken. Het bevat echter wel al de nodige zouten, maar dat kun je achteraf compenseren wanneer je je voedingsoplossing verdunt. Regenwater (niet aan te raden voor hydro, wel voor buitenkweek) bevat nauwelijks mineralen maar dat zorgt ervoor dat je vaak wat extra calcium en magnesium toe dient te voegen, dit kun je gecombineerd kopen als CalMag.
De volgorde waarin je vervolgens alle voedingsstoffen aan het water toevoegt is ook belangrijk, want het voorkomt dat sommige mineralen onbereikbaar worden voor je planten (nutrient lock out). Gebruik je silicium, voeg dat dan als eerste toe aan het water en geef het tijd om op te lossen. Gebruik je ook CalMag (bijvoorbeeld als je op kokos kweekt of regenwater gebruikt) voeg dat dan als tweede toe.
Vervolgens kun je je basisvoeding toevoegen, in de volgorde die de fabrikant aanraadt. Sommige merken gebruiken twee flessen tijdens de groei- en bloei (groei A + B en bloei A + B) en andere hebben drie-componenten voeding voor de gehele kweek.
Hierna, en als de voedingsoplossing ongeveer dezelfde temperatuur heeft als de omgeving, kun je de pH-waarde aanpassen met pH-min. Tot slot verdun je je voedingswater met schoon water om de juiste EC-waarde te krijgen.
En dat is hoe je een goede voedingsoplossing mengt. De EC-waarde zou idealiter zo constant mogelijk moeten zijn maar het luistert ook weer niet heel nauw. Probeer het niet meer dan een halve EC-waarde af te laten wijken, en pas het anders aan. Hou ook de pH-waarde in de gaten want een zuurtegraad die veel te hoog of veel te laag is zorgt ervoor dat je planten niet alle voeding kunnen opnemen. Hou de pH-waarde voor aarde tussen 6 en 7 en voor hydro tussen de 5,5 en 6,5.