Topstories

(advertentie)

Er zijn maar weinig dingen die je voor wietplanten kunt doen die zó effectief zijn in het vergroten van je opbrengst als voor meer licht en mogelijk ook extra CO2 zorgen. Dat meer licht voor meer oogstgewicht zorgt staat als een paal boven water. Maximaliseer je daarnaast ook met CO2 dan kun je écht knuppels van toppen oogsten!

Verreweg de meest gestelde vraag over wiet kweken luidt: ‘hoe kan ik meer wiet oogsten?’. Het is de reden van alle kweekinnovaties die komen en gaan, mensen betalen goed geld voor iets dat hun meer wiet zal opleveren. Logisch, de wiet wordt nu eenmaal duur betaald. Maar waar verticale kweekstellages, voedingsboosters, kweektonnen en dergelijke, slechts voor marginale opbrengstverhoging zorgen, kun je met licht en mogelijk CO2 écht een verschil maken in je kweekruimte.

Licht is oogstgewicht

Wanneer de wietplanten die je kweekt geen problemen of plantenziektes hebben, maar toch niet genoeg dikke toppen opleveren, dan kunnen we nu al zeggen dat de grootste winst te behalen valt door je planten meer licht te geven. Wietplanten groeien namelijk van licht, het is als het ware het eten van je plant. Met licht kun je een wietplant dan ook vetmesten. Meer licht is meer oogstgewicht!

Strekken

Zodra een wietzaadje ontkiemd is en boven de grond uitkomt wil ze eigenlijk zo snel mogelijk zoveel mogelijk licht hebben. Je wietplant doet er alles voor, zelfs als dat haar eigen dood betekent. Kijk maar eens wat er gebeurt wanneer je een zaailing te weinig licht geeft; ze zal zich gaan strekken om op een hogere plaats meer licht op te vangen. Lukt dit niet op tijd, dan zal ze zóver doorstrekken tot ze te lang en slungelig is om haar eigen gewicht te dragen, omvallen en doodgaan. Een zaailing heeft dus vanaf de eerste dagen veel licht nodig. Merk je tijdens de groeifase van een wietplant dat ze overmatig strekt, dan is dit een grote aanwijzing dat ze licht tekort komt.

Zodra een wietzaadje ontkiemd is en boven de grond uitkomt wil ze eigenlijk zo snel mogelijk zoveel mogelijk licht hebben. Je wietplant doet er alles voor, zelfs als dat haar eigen dood betekent

Het strekken van wietplanten is zeer ongewenst in kweekruimtes binnen. Wietplanten die lang zijn leveren namelijk nooit de beste oogsten op. Ten eerste zijn ze lang en zwak en zorgen de lange takken voor een lange sapstroom die veel energie kost. Maar wat nog erger is; door de lengte moet de kweeklamp zover boven de planten hangen dat het licht nooit effectief alle toppen kan bereiken. Een binnentuin met te weinig licht levert daardoor nog minder opbrengst op.

Alle toppen in het zonnetje

De meeste opbrengstverhogende kweektechnieken zijn daarom ook gebaseerd op het principe zoveel mogelijk licht op zoveel mogelijk toppen te laten schijnen. Ga maar na; door te scroggen creëer je een egaal bladerdek waarbij alle toppen op gelijke hoogte groeien zodat ze zich allemaal op de optimale afstand van de lamp licht kunnen opvangen, de zogenaamde sweet spot. Toppen, fimmen, suppercroppen en kweken in een Sea Of Green (SOG) hebben allemaal een soortgelijk effect. Om dikke compacte toppen te kweken heb je krachtige kweeklampen nodig.

Tijdens de groeifase van wietplanten kun je dit soort kweektechnieken toepassen om de hoogte van de toppen zo gelijk mogelijk te krijgen. Bloeien je wietplanten eenmaal, dan is er niet veel meer te doen aan de vorm, en de hoogte van de belangrijkste toppen. Je wil, met andere woorden dat de toppen van wietplanten zoveel mogelijk licht opvangen, maar waarom eigenlijk? Wel, in de natuur worden wietplanten bestoven door het mannelijke stuifmeel via de wind. De hoogste toppen hebben hierbij het meeste kans om succesvol zaadjes te produceren. Hoe hoger de top, hoe meer wind deze vangt en hoe meer lichtenergie ze krijgt om de zaden te laten groeien. Dit zorgt ervoor dat een wietplant de meeste energie steekt in die toppen die veel licht en veel wind opvangt.

Hoeveel is teveel?

De kans dat je je wietplanten als hobbykweker aan teveel licht blootstelt is erg klein. Wietplanten hebben namelijk niet snel teveel licht, ze groeien in de natuur dan ook niet voor niets in tropische gebieden rond de evenaar. Zolang je je kweeklamp niet te dichtbij je wietplanten hangt dat het te heet wordt, is de kans dat je planten aan een overdosis licht bezwijken nagenoeg nihil.

Wanneer je met fluorescente lampen zoals TL, T-Neon of spaarlampen kweekt hoef je echt niet bang te zijn voor een licht-overdosis. Dit soort lampen stralen niet erg diep en kunnen zo dicht op de planten als de warmte toelaat. Meestal is dit niet meer dan een centimeter of tien. Pak je thermometer erbij en kijk of je je fluorescente lamp nog wat dichter bij je toppen kunt hangen, je zult er direct meer wiet door oogsten.

Metaal halide kweeklampen en HPS kweeklampen hebben hun zogenaamde sweet spot, waarin het licht maximaal is en de warmte acceptabel, op 10 procent van het wattage in centimeters. Een 150 Watt HPS lamp mag dus op 15 centimeter hangen, een 250 Watt op 25 centimeter, een 400 Watt HPS op 40 centimeter enzovoorts.

Met led kweeklampen ligt het iets anders. Led kweeklampen hebben namelijk verschillende soorten diodes en lenzen waardoor de optimale hoogte per merk en type verschilt. Kweek je met led, vraag dan aan de fabrikant of verkoper ervan wat de optimale hoogte is. Light-bleach oftewel verbleking van de toppen door teveel licht komt het meeste voor bij led kwekers. Dit komt omdat led kweeklampen niet zo heet worden maar wel veel licht produceren, je toppen hebben dus geen last van de hitte, maar kunnen wel teveel licht krijgen wanneer led kweeklampen te dicht op het gewas hangen.

Wat voor lampen je ook gebruikt; een ventilator die de warmte tussen de lamp en de toppen wegblaast, en een afzuiger op die plaats om de warme lucht af te zuigen, zal ervoor zorgen dat je lamp nog iets dichter op je planten kan hangen, waarmee je de licht-intensiteit dus weer een beetje verhoogt.

Extra CO2

Hoewel wietplanten dus heel veel licht kunnen hebben zit er ook aan de hoeveelheid licht een maximum. Wanneer je het aantal lampen blijft opvoeren, of steeds dichter op je toppen hangt, komt er op een gegeven moment een moment waarop je dat maximum bereikt. Wanneer dat moment zich voordoet is er nog één ding dat je kunt doen om ervoor te zorgen dat je planten het licht toch in wiet kunnen omzetten: CO2.

Licht kun je dus zien als eten voor wietplanten, CO2 daarentegen is een manier om te zorgen dat je wietplanten meer kunnen ‘eten’. Zie het maar als een maagvergroting

Door CO2 namelijk extra aan de lucht in je kweekruimte toe te voegen, zal de stofwisseling sneller verlopen en kunnen wietplanten meer lichtenergie verwerken. Dat niet alleen, maar de CO2 zorgt er ook voor dat je wietplanten hogere temperaturen kunnen verwerken. Licht kun je dus zien als eten voor wietplanten, CO2 daarentegen is een manier om te zorgen dat je wietplanten meer kunnen ‘eten’. Zie het maar als een maagvergroting. CO2 toevoegen heeft dan ook alleen maar zin wanneer je wietplanten qua licht aan hun max zitten.

In de meeste hobbykweekruimtes betekent dit dat extra CO2 niet zoveel zin heeft. Voor de meeste wietplanten is de CO2 die van nature in de lucht zit voldoende om al het aanwezige licht te kunnen verwerken. CO2 begint zijn nut pas te bewijzen om en nabij de 600 Watt aan kweeklicht per vierkante meter. Wanneer je CO2 toevoegt wanneer je nog licht kunt toevoegen is dat zonde van je geld, gebruik dat dan liever om te investeren in meer licht.

Openingsfoto: Artazum, Shutterstock.com

(advertentie)